Onderzoek naar Burgemeestersverkiezingen in Nederland

 

Ter gelegenheid van het tweede lustrum van Leefbaar Hilversum is de opdracht aan Maurice de Hond gegeven om ten aanzien van het onderwerp burgemeestersverkiezingen een verkennend onderzoek te houden. Dit onderzoek is gedaan via het actualiteitenpanel en er zijn meer dan 1000 mensen ondervraagd voor de algemene vragen. In de meeste afzonderlijke gemeenten is het aantal minimaal 250 geweest.

 

De huidige burgemeester

Bijna 20% van de inwoners van een gemeente weet niet wie zijn of haar burgemeester is. 40% Weet de politieke partij niet waar de burgemeester deel van uitmaakt.

Het vertrouwen in de burgemeester scoort 6.4. Dat is een relatief gunstig cijfer. Op dit moment scoren de meeste landelijke fractievoorzitters rond de 5 en de premier iets boven de 4. Rond de verkiezingen van januari 2003 scoorden politici als Balkenende en Bos wel rond de 6.  

 

Twee derde deel van de bevolking wil dat de burgemeester in de toekomst door de bevolking wordt gekozen en een derde deel wil de huidige situatie laten voortbestaan. De meerderheid van de aanhang van iedere politieke partij is voor een keuze door de bevolking. 53% wil dat de Staten Generaal het huidige voorstel van het kabinet aanneemt, 35% niet.

Bijna 70% denkt dat het door de bevolking kiezen van de burgemeester verschil zal uitmaken bij het bestuur van de gemeente, een kwart denkt van niet.

 

 

Hogere opkomst

 

Een gecombineerde burgemeesterverkiezing met de verkiezing voor de gemeenteraad zal in 2006 tot een opkomst leiden die 5 tot 10% hoger ligt dan als er alleen gemeenteraadsverkiezingen worden gehouden. Als de burgemeesterverkiezingen apart worden gehouden dan zal de opkomst 5 a 10% lager zijn dan bij de gemeenteraadsverkiezingen het geval is.

(Op dit moment wordt bekeken wanneer de eerste en de tweede ronde –tussen de twee hoogst eindigenden van de eerste ronde- van de burgemeesterverkiezingen gehouden zullen worden. De keuze lijkt te zijn tussen de eerste ronde twee weken voor de gemeenteraadsverkiezingen en de tweede ronde dan tegelijk met die verkiezingen. Of de eerste ronde tegelijk met de gemeenteraadsverkiezingen en de tweede ronde twee weken later. Als het doel zou zijn om de opkomst van de gemeenteraadsverkiezingen het meest te laten stijgen dan zou het verstandig zijn om de eerste ronde van de burgemeesterverkiezingen tijdens de gemeenteraadsverkiezingen te laten plaatsvinden. De opkomst van de tweede ronde zal dan wel (fors) lager zijn dan die tijdens de eerste ronde. Maar als de keuze wordt gemaakt om twee weken voor de gemeenteraadsverkiezingen de eerste ronde van de burgemeesterverkiezingen te houden dan zal die opkomst fors lager zijn dan de gemeenteraadsverkiezingen en dan is het positieve effect van de tweede ronde (als deze gehouden moet worden, gezien de uitslag van de eerste ronde) op de opkomst beperkter als het positieve opkomsteffect van de eerste ronde zou geweest zijn.

 

 

 

Wie wordt gekozen?

 

Het onderzoek laat duidelijk zien dat als de huidige burgemeester zich verkiesbaar stelt dat hij in veel gevallen een zware verkiezingsstrijd tegemoet gaat met een forse kans om niet gekozen te worden. 56% verwacht wel dat de huidige burgemeester zich verkiesbaar zal stellen, 15% verwacht van niet. 37% hoopt dat de huidige burgemeester zich verkiesbaar zal stellen en 28% hoopt dat niet.

 

Twee derde kan zich voorstellen “split-vote” te stemmen bij gemeenteraadsverkiezingen en burgemeesterverkiezingen (dus een verschil zal maken tussen de keuze voor de zetels in de gemeenteraad en de partij van de burgemeesterskandidaat). 20% zal het zeker niet doen (Bij CDA- en VVD-kiezers is dat 30%.).

 

Expliciet ernaar gevraagd acht 30% de kans groot dat men op de huidige burgemeester stemt en 25% acht die kans klein. De overige 45% geeft aan dat dit van de tegenkandidaten afhangt. Vooral een lokaal bekende persoonlijkheid zonder expliciete partijbinding kan kansrijk zijn. In duidelijk mindere mate iemand uit sport of media.

 

 

Bij voorbeeld

 

Om te zien hoe zo een burgemeestersverkiezing zou kunnen werken hebben we voor een aantal grotere gemeenten een fictieve lijst van kandidaten opgesteld naast de bestaande burgemeester en gevraagd op wie de keuze zou vallen. Daarbij dient dus expliciet aangetekend te worden dat deze personen zich natuurlijk (nog) niet kandidaat hebben gesteld en dat er geen verkiezingscampagne heeft plaatsgevonden. Last but not least: Uiteindelijk zal de stemming in twee ronden gaan plaatsvinden. Na de eerste ronde zullen de twee hoogst eindigenden tegen elkaar uitkomen, hetgeen door onderzoek op dit moment in de tijd niet te imiteren is. Toch zijn een aantal duidelijke patronen zichtbaar.

(Het onderzoek is uitgevoerd in de gemeenten Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht , Hilversum, Almere en Tilburg.)

 

Twee factoren blijken bepalend te zijn in welke mate bestaande burgemeesters door de bevolking in 2006 gekozen zullen worden. Allereerst is de mate van populariteit van de burgemeester in de gemeente van belang. In de tweede plaats is het van belang of de burgemeester van een partij is, die in de gemeente electoraal een sterke positie inneemt.

 

Zo blijken Cohen en Opstelten meer dan de helft van de uitgebrachte stemmen in hun gemeente achter zich te kunnen krijgen. In Amsterdam zou Oudkerk dan nog circa 20% halen en Annelize van der Stoel 15%. In Rotterdam zou Peper 20% halen en Sorensen 15%.

De burgemeesters in Den Haag en Utrecht zouden het moeilijker hebben. De eerstgenoemde doordat het CDA in Den Haag niet zo groot is en de laatstgenoemde omdat ze in Utrecht niet zo populair is. Als bij voorbeeld Jeltje van Nieuwenhoven en Erica Terpstra in Den Haag kandidaat zouden staan zouden ze beiden meer stemmen krijgen dan Wim Deetman.

In Utrecht zou Henk Westbroek meer stemmen krijgen dan de huidige burgemeester Brouwer-Korf (25% tegen 20%).

 

In Almere zou Jorritsma het zeker niet slecht doen. Maar Klaas Wilting zou als tegenkandidaat het haar zeker moeilijk kunnen maken (hij scoort nu al ongeveer 30%, zij 40%).

In Hilversum zou Ernst Bakker het op dit moment afleggen tegen een kandidaat van de VVD (Meijer) of Leefbaar Hilversum (Nagel).

In Tilburg ten slotte zou bij een verkiezing Douke Terpstra van het CDA het afleggen tegen bij voorbeeld een kandidaat van Groen Links (Rosenmoller), PvdA (De Waal) of zelfs D66 (Van Boxtel).

 

De les uit de uitslagen van deze grote gemeente is dat buitenstaanders (zie Wilting) kansrijk kunnen zijn. En dat de huidige burgemeesters absoluut niet zeker zijn van hun verkiezing. Zeker als hun partij in die gemeente er electoraal niet sterk voor staat.